Leidster bij Den 1

“Hoe? Gij, bij de scouts?” Mama reageerde vol ongeloof, wat ergens wel te begrijpen viel. Als klein kind haatte ik het om nog maar naar vriendjesdagen van de gidsen in Kontich te gaan. Mama zei dan altijd maar dat ik kwam, zonder dat ik hier zelf inspraak in had. De duts die ik ben, deed ik me altijd wel op een manier pijn, waardoor ik een tijd aan de kant kon zitten om te bekomen. Vre-se-lijk. Toen ik dan vol enthousiasme zei dat ik zeehondenleidster wou worden, moest mama toch eens goed lachen. Maar mijn beslissing stond vast. Ik werd leidster Limmershin.

Hoe komt een 19-jarig meisje op het idee om bij een jongensgroep leiding te geven? Neem een geweldige groep in combinatie met een fantastisch groepskamp, meer heb je niet nodig om iemand te overtuigen. “Wil je niet mee als foerier?” Goh ja, zou wel tof zijn, zeker? Dan had ik toch iets te doen in de eerste twee weken van juli. 3 juli stond ik dan zenuwachtig met mijn koffer klaar. Gaan die mij wel leuk vinden? Kan ik eigenlijk wel koken? En wie zijn eigenlijk die andere foeriers? Ik moest mee in de auto bij Bobo en Tek. Juist. “Die twee die daar staan”. De eerste twee dagen zouden zulke omschrijvingen nog wel vaker voorvallen. Ik zou de hele autorit stil op de autobank zitten en de hele tijd proberen om niet in slaap te vallen, om uiteindelijk, jawel, in slaap te vallen. “Vindt ge het nog leuk?” Elk om beurten zouden ze mij onderweg die vraag stellen. Wanneer ik 1 keer zei dat ik het gewoon allemaal “wat raar” vond, kreeg ik een vreemde blik. “Dat komt allemaal wel goed, morgen kent ge iedereen al.” “Oké, dank u, uhm Bram?” Of Kevin?

Het kamp zelf is makkelijk samen te vatten. Een week vol fijne activiteiten, veel gelach en mooie momenten aan het kampvuur. Ook al was ik in het begin door al die bijnamen in de war, na een tijdje had ik het allemaal wel door. Nu ja, de eerste keer dat Bibi Bobo Bert noemde, vroeg ik me wel af of ik al een hele week iemand had gemist. “We vinden nog wel een bijnaam voor u!” En ja, na dag 3 ongeveer was ik Sabine. Er kwam zelfs een liedje bij, hoera! Elke keer als ik iemand tegenkwam, volgde er een luide “Ooooooooh Sabine”. “Ge vindt het nog tof, hè? Anders vinden we wel een andere bijnaam.” Mannekes toch, ik wil nooit meer niet Sabine zijn.

De fijnste momenten waren de avonden aan het kampvuur, waarvan ik hoopte dat ze nooit zouden stoppen. Gesprekken die uren duurden, en van iedereen leerde ik wel weer iets nieuws bij. Op de achtergrond klonken de gitaarkunsten van Servaas. Af en toe eens snel in de zelfgebouwde jacuzzi springen – beste idee ooit –, ja, dit waren avonden om te onthouden. Maar aan alle mooie liedjes komt een eind, toch? Een laatste grote kampvuur was de perfecte afsluiter van een zalig kamp.P1010334

Na afloop van het kamp was het voor mij vrij duidelijk. Ik wou deze groep, die ik stilletjes aan meer en meer als vrienden zag, vaker zien. En dan niet alleen de leiding. Eén van mijn mooiste herinneringen is zeehond Michel die aan mij kwam vragen of ik ook mee kwam spelen, om daarna enthousiast al roepend achter leider Patalamon aan te lopen: “Patalamon! Uw vrouw doet ook mee!”.

Nu zijn we een jaar verder. Mijn eerste leidingsjaar is voorbij gevlogen. Zotte vergaderingen, leuke kampen en met de leiding wel is een pintje of 2 bij het kampvuur drinken – valt het op dat ik graag aan een kampvuur zit? –. Bijnamen zijn meer vertrouwd dan de gewone namen ondertussen. Elke zondag sta ik met plezier vroeg op om voor de 20ste keer Ninja te spelen.

Vaak neem je van die impulsieve beslissingen en heb je er achter af spijt van. Wel, dit is de uitzondering. Soms vraag ik me wel af of ik wel een goede leidster ben, of ik wel in de groep pas, maar op hun eigen manier laten ze dan weer merken dat ik het toch goed doe. Boys will be boys, right? Zo sloten ze me eens op in het zeehondenlokaal, was ik plots iedereen kwijt of maakten ze me weer eens wat wijs, waardoor ze nog eens goed konden lachen. Op zulke momenten is het meestal wel even chaos in mijn hoofd, maar achter af kan ik er altijd weer mee lachen.

Deze beslissing was dus wel één van de betere in mijn leven (even om mijn tekst nog serieuzer en sentimenteler te maken). Ook al had ik blijkbaar niks beter te doen tijdens mijn blok dan deze te tekst te schrijven, wou ik het gewoon eens allemaal op papier zetten. Want hoe sociaal incapabel ik soms ook ben, ik zie ze potverdekke graag – ik kan het alleen niet altijd zo goed zeggen. Nu zit ik af te tellen naar de kampen van deze zomer. Mijn examens mogen snel gedaan zijn.

Volgend jaar ga ik een half jaar op Erasmus. Een half jaar geen leiding geven dus. Ook al kijk ik enorm hard uit naar die ervaring, toch ga ik de scouts een beetje missen. Na zo’n topjaar heb ik weer zin om vergaderingen te plannen. Gelukkig hebben wij een kerstkamp en kan ik (hopelijk) tussen door nog is leiding geven, om er in februari weer helemaal voor te gaan. Maar eerst genieten van de zomerkampen!

Gepubliceerd door lisaschrijfteenblog

Schrijven en nog meer schrijven. Het is een hobby gelijk een ander!

5 gedachten over “Leidster bij Den 1

Plaats een reactie